De orde van de Clarissen is een contemplatieve kloosterorde, gesticht in de 13e eeuw door Clara van Assisi, die een eigen kloosterregel invoerde, met name de apostolische armoede. De zusters Clarissen leven in ascese, in afzondering. Na intrede in het klooster verlaten zij het nooit meer. De dagtaak van de zusters bestaat uit handenarbeid (naaien, wassen, schoonmaken, koken, keramiek, enz), gebed en beschouwing. 

 De Clarissen krijgen nog nauwelijks nieuwe roepingen, kloosters worden verkocht en krijgen een nieuwe bestemming of sommige grote kloostergebouwen staan haast leeg met enkel 2 oude zusters die nog ronddolen in een paar kamers. Hier en daar werken intussen wat jongere buitenlandse zusters, uit de Filippijnen of Congo. In vele van deze Clarissen-kloosters krijg je als buitenstaander geen toegang. De stilte, het gebed, de concentratie willen ze niet gestoord zien, dat is al jaren zelfs eeuwen zo. Begrijpelijk, vanuit het standpunt van de Clarissen.

De regels van de orde ontstonden in de middeleeuwen en vele Clarissen-kloosters trachten de essentie van die oude regels te eerbiedigen maar de vorm toch wat moderner te maken. Niet allemaal weliswaar. In Gent verliep mijn gesprek met de overigens bijzonder aimabele abdis van 82 jaar nog achter tralies. Zij is zelf 60 jaar geleden ingetreden als 20-jarig meisje en heeft het pand dus al die tijd niet meer verlaten. In tegenstelling wat een werelds mens zou denken, was zuster Cecilia niet vervreemd van de wereld -er is televisie en er zijn kranten- we hadden ook een zeer fijn gesprek, over de wereld, haar eisen en hoe daarmee om te gaan. De gemoedsrust, zelfzekerheid en zachte uitstraling van zuster Cecilia maakten grote indruk op mij. In Gent, met nog alleen 80+- zusters die de toegang van een fotograaf nog onmogelijk konden verteren op hun leeftijd, mocht ik niet binnen, in Oostende wel. Daar is de openheid groter, dat merk je. De gesprekken met de vrij jonge abdis, zuster Trees verliepen niet achter tralies maar gewoon, in een ruimte met een tafel tussen ons in en wat plantenbakken als symbolische afsluiting tussen de stille ruimte van de Clarissen en die van de buitenwereld. De zusters Clarissen van Oostende gaan ook af en toe buiten voor noodzakelijke bezoeken, bv aan de tandarts of dokter.  Er zijn 15 zusters, dat is de grootste groep Clarissen in Vlaanderen. Ik kon er enkele weken in en uit het voor het publiek afgesloten gedeelte lopen, in de keuken, de zitkamer, de gangen, de ateliers waar de zusters koken, naaien, keramieken kruisjes bakken voor parochies. Ik mocht er even thuis zijn en ervaren hoe dat is, leven in stilte, ascese, gebed en zusterschap. En ik mocht er ook slapen, in het gastenverblijf. Dank aan alle zusters Clarissen van Oostende, maar heel bijzonder aan Maria Bernadetta, die me op een onbewaakt moment echt welkom heette met een lied voor God in het Swahili.